We gaan naar Senegal: 30 - 12 - 2012

30 december 2012 - Ziguinchor, Senegal

We gaan naar Senegal!!

We hebben 4 dagen een auto met chauffeur voor de reis naar en verblijf in Senegal. Het kost een rib uit ons lijf maar iedereen (en ook de boekjes) zegt dat we een 4wheel drive auto nodig hebben voor de rit omdat een deel van de weg onverhard is / zou zijn. (later blijkt dat heel erg mee te valen) Op het laatste moment mag de eigenlijke chauffeur (een Gambiaan) niet weg van zijn vrouw (een Nederlandse horen we later) met Oud en Nieuw! De tussenpersoon in de hele onderhandelingen vindt het ook wel leuk om een ritje te maken want als we vertrekken stapt ook hij tot onze verbazing in: om de weg te wijzen volgens hem, maar Dirk heeft natuurlijk zijn huiswerk gedaan en heeft zelfs  op zijn mobiel een programma waarop de hele route te volgen is. Er is een vaste prijs afgesproken qua kilometers en op de bestemming zouden we ook gebruik mogen maken van de auto.

We hebben nog geen onderdak, wel een adres gevonden op internet van een guesthouse dat gerund zou worden door een Nederlandse. Met dat adres op zak gaan we op weg. Musa, de djembé-leraar van Dirk is door ons uitgenodigd om ook mee te gaan.

Tussen  26 dec. en 2 jan. is er een muziekfestival in Abene, een stadje in Zuid-Senegal, in de volgens een aantal mensen gevaarlijke streek Casamance, waar rebellen de regio onveilig zouden maken. Allerlei tegenstrijdige berichten komen tot ons. Een gids in het apenbos vertelt: het is er erg gevaarlijk maar als je er naar toe wilt heb ik wel een vriend die wil rijden!!!! Zo lust ik er nog wel een paar!

Voor 9 u staan we klaar voor vertrek – bagage inladen en op weg. Er wordt ineens een zijweg ingegaan naar Serekunda (niet ligt niet op de route!). Blijkt dat ze juist daar hun Dalasi willen wisselen voor CFA (die hadden we in Mali ook en we hebben zelfs nog geld over van die trip). Over extra kilometers gesproken! (1 € = 650 CFA)

ontbijtstop in BrikamaBrikama is de laatste grote plaats voor de grens en hier wordt ineens weer gestopt: ontbijttijd voor de Gambianen in stalletjes op de markt. Wij hebben natuurlijk in het hotel ontbeten en hebben helemaal nog geen honger. Maar bananen voor onderweg (8 voor ong 1 €) en zakjes water (10 voor 35 cent) komen altijd van pas.

Volgens onze voorkennis houdt de geasfalteerde weg op net na de stad maar we blijven ons verbazen als we steeds verder richting grens komen. Nog steeds asfalt! Waarom zijn we met een 4x4 auto?

Aan de grens moeten we 2 stempels gaan halen: 1 om uit Gambia te rijden – 1 om Senegal in te mogen rijden. De chauffeur moet allerlei formulieren invullen. Onze gegevens gaan in het grote boek en dan naar buiten naar 2 mannen in uniform voor een stempel in het paspoort. Dat gaat niet zomaar, hij eist 2 balpennen!!!!!! En die heb ik toevallig ook nog in mijn tas zitten.

Even de benen strekken en koffiedrinken aan een stalletje (6 dalasi = 15 cent een koffiepauze grens Gambiabeker) en daarna een stukje niemandsland tot aan de grens van Senegal. Hier hetzelfde verhaal: inschrijven in het grote boek en buiten een stempel. Ik ben de man nu voor, hij is alleen en met een allervriendelijkst gezicht bied ik hem een balpen aan om te schrijven. Het helpt want er komt geen reactie en de stempel gaat meteen in onze paspoorten.

Tot aan Diouloulou rijden we over asfalt en pas het laatste stuk van de rit is een soort verharde gravel met hier en daar kuilen. Geen drempels meer over de weg maar al slalommend moeten we langs boomstammen die over de weg liggen om de snelheid te temperen.

Aangekomen in Abene moeten we natuurlijk op zoek naar een onderkomen. We vragen de weg naar iets om te slapen aan iemand in het dorp en die heeft het over een guesthouse dat gerund zou worden door een Nederlandse en hij biedt aan ons te brengen. Laat dat nou net het verblijf zijn dat we gevonden hadden op internet!! (later volgt meer over dit vorstelijk onderkomen) hier mogen we slapenAls we de poort inrijden en de tuin zien waar een aantal huisjes in staan zijn we verkocht: hier moeten en zullen we slapen!!! En we hopen heel erg dat er plaats voor ons zal zijn (in de herberg – het lijkt wel een Kerstverhaal). Mieke, die het guesthoude runt komt ons al tegemoet en tot onze blijdschap horen we dat er met een beetje geschuif van de onderkomens er wel een plaatje voor ons is in het hoofdgebouw.

Voor Musa is er een plekje in de basiskamers en de chauffeur en bijrijder mogen slapen in een door ons meegenomen anti-muggenshelters in de tuin. Voor een korting op de pensionprijs zullen ze zelfs achterblijven. We installeren ons in de kamer, pakken een beetje uit, drinken met Mieke een kopje koffie en maken een praatje en dan lopen we met koelbox en al (ze hadden voor ons bier en fris gekocht en meegenomen –wij betaald uiteraard) naar het strand, op een paar min. van onze kamer.

Hier geen hustlers, geen hotels, slechts een paar strandhuisjes van palmbladeren: je krijgt meteen een Robinsongevoel over je. We kletsen wat, een beetje pootje baden, terug naar het huis en na het heerlijke avondeten (er wordt voor ons gekookt) gaan we naar het centrum van het stadje. We zijn niet de enige blanken die op het festival zijn afgekomen. Het is aardig druk.

Ovedag is er e.e.a. te doen voor de kinderen en vanaf 8 u speelt muziek de hoofdrol. Eerst is er een uur een open podium voor ieder die wil en vanaf 9 uur zijn er steeds 3 optredens van een uur. Vanavond zien we een optreden van een koor uit Abene, met wat voordracht en dns erbij – later een Koraspeler / griot die overal in de omgeving verhalen gaat vertellen bij geboorte – doop – huwelijk – dood etc, en tot slot een groep muzikanten en dansers uit de Casamance, Senegal. Het is afgeladen vol met mensen die zitten (1000 CFA) en mensen die staan (500 CFA)

Na afloop staat onze auto klaar om ons terug te brengen (het is 15 min. lopen maar pikkedonker) en we houden het voor gezien. Morgen is er weer een dag!

 

Foto’s