24 – 27 Oktober: stukje Overijssel (1)

Zaterdag 24 – zondag 25 oktober: Zutphen

We gaan nog een (naar later zal blijken laatste) keer weg met de camper. Iedere keer opnieuw bedenken we: waar zullen we nu eens naar toe gaan en we besluiten richting een paar oude Hanzesteden te gaan in Overijssel. Een aantal jaren geleden hebben we, met een vriend van ons die een boot heeft, o.a. de IJssel afgevaren en daarbij hebben we ook een aantal steden bezocht aan deze rivier. We zoeken in de apps voor camperplaatsen en ons oog valt op de CP (camperplaats) in Zutphen aan de Houtwal, bij het politiebureau en aan het water met zicht op de stad. Het weer is niet al te best maar we gaan het er op wagen. En omdat de horeca dicht is gaan er natuurlijk etenswaren mee zodat we niet meteen voor boodschappen op pad moeten. Het is 1,5 uur rijden en als we Zutphen naderen zie ik opeens een bord met hoogtewaarschuwing voor de brug over de IJssel in de stad. Net op tijd kunnen we de snelweg verlaten en gaan we binnendoor richting stad. 9 plaatsen zijn op een parkeerterrein vrijgemaakt voor campers en wij hebben nog een plekje bij aankomst. Parkeerkosten zijn te verwaarlozen: 2,20 € voor 24 uur, net als voor de gewone auto en op zondag gratis. Er is zelfs een stroompaal om de camper op stroom aan te sluiten via een handig systeem met een app. We gaan ons dus installeren, eten een boterham en drinken een kopje koffie en gaan de stad in.

Zutphen aan de IJssel heeft 40.000 inwoners en al in de Romeinse tijd lag hier een Germaanse nederzetting en daarmee is de stad een van de oudste steden in Nederland. In de 9e eeuw is de stad verwoest door de Vikingen en om meer ellende te voorkomen is er een ringwal aangelegd. Eind 12e eeuw treedt de stad toe tot de Hanze en komt er een nieuwe nederzetting bij voor de handelaren en ambachtslieden. Zij gaan wonen buiten de ringwal en bouwen een eigen omwalling met poorten Er zijn veel branden in de binnenstad met de (toen nog) houten huizen in de 13e en 14e eeuw en er komen stenen huizen voor in de plaats. De stad lag eeuwenlang ingeklemd in de vestingwerken maar er komt grote bloei in de stad met zowel de Oostzeehandel als de Rijnhandel. Het grootste deel van de  muren worden afgebroken eind 19e eeuw maar een klein deel is nog zichtbaar met nog een paar torens. Veel huizen in de binnenstad dateren nog uit de Middeleeuwen en sommigen nog van voor 1400 maar een aantal panden hebben nieuwe gevels, zoals aan de Groen-/Hout-/Zaadmarkt. Hier woonden vroeger de welgestelde burgers en de kooplieden Er staan nog steeds veel gebouwen met een toren en de bijnaam van de stad is dan ook “torenstad” en de stad is min of meer de “poort” naar d Achterhoek.

Vlakbij onze plek staat de Drogenapstoren uit de 15e eeuw die vroeger de Saltpoort heette (zout) en al snel werd dichtgemetseld. In de 16e eeuw woonde hier de stadsmuzikant Drogenap en wat later werd het een watertoren. Op een van onze wandelingen lopen we hier de stad binnen en voor de poort staat een beeld van de drogenap. We wandelen door de mooie straten – bekijken de prachtige panden – de leuke winkels – de horeca is dicht dus geen terrasje met hapje en drankje maar er is wel een markt en het is gezellig slenteren langs de kraampjes (corona-afstand). We lopen over de IJsselkade en langs de jachthaven waar we jaren geleden hebben overnacht en gaan terug naar de camper om op te warmen – de Formule 1 kwalificatie te zien en te relaxen.

Ook op zondag (de wintertijd is ingegaan dus een uurtje langer slapen) slenteren we door een praktisch lege stad (het is droog) voor de winkels opengaan maar het zal niet druk worden vandaag. Dirk besluit in de middag op zijn gemak naar de F1 te kijken en ik trek er nog een keertje op uit en loop o.a. de mooie brug over de IJssel op. Een groot deel van de dag regent het en we houden ons verder rustig. Morgen gaan we richting Deventer: alweer een Hanze stad en ook aan de IJssel