Karakteristiek Andalusië: 23 febr. – 2 maart 2017 (4)

27 febr. 2017: Ubeda – Baeza

Het is maar een korte rit naar onze eerste stop. We rijden langs eindeloze velden met olijfbomen (de provincie Jaen is de grootste producent van olijfolie) en via een oude kazerne voor de opleiding van de officieren van de Guardia Civil (tegenwoordig in Baeza) rijden we langs de oude stadsmuren Ubeda binnen. Samen met Baeza waren het de eerste steden in Andalusië die werden heroverd op de Moren door de Christenen. Vele ridders werden betaald met grond en huizen en er kwamen vele stadspaleisjes voor de adellijke families. In het voormalige alcázar werd de allereerste mis opgedragen in het nieuw veroverd gebied. Later werd hier een kerk gebouwd.

We bezoeken eerst een stadspaleisje waar een kennis van mij (Paco) van heinde en verre meubels en gebruiksvoorwerpen heeft verzameld. Voor 1,50 € mag iedereen overal rondkijken.

We dwalen door wat straten en via het Gemeentehuis (aan de ene kant erin en aan de andere kant eruit) komen we op het grote plein met o.a. een parador (staatshotel) – een privé-kerk van de vroegere secretaris van Karel V – de rechtbank – politiebureau – kiosk etc. het is koffietijd dus zoals gewoonlijk ga ik (met geïnteresseerden) naar de bejaardensoos (dagopvang voor de ouderen in de stad). Hier zitten mannen domino te spelen of te kaarten (om geld!! Ze spelen met pesetas!!!!) en ze vinden het prachtig als er mensen van buiten langs komen. Iedereen wil ook op de foto.

Het is maar een kort ritje naar Baeza. Hier maken we een wandeling langs Plaza del Pópulo met een heel oud beeldje op de fontein en naast de gewone stadspoort een poort die bestemd was voor Karel V die hier langs kwam om in Sevilla te trouwen met Isabel van Portugal.

Al wat jaren geleden is de heer Don Sifón overleden (zijn bijnaam want hij had een fabriekje om spuitflessen te maken) maar zijn weduwe beheert zijn hobby. Hij maakte uit steen kopieën op schaal van vooral gebouwen uit Baeza maar ook, zijn laatste en niet afgemaakte werk, van de Giraldatoren van Sevilla.

De Universiteit van Baeza is open voor bezoek: een klaslokaal uit begin jaren 1900 – de paranimf waar examens werden afgenomen – het binnenplein. San Juan de la Cruz was hier de 1e rector.

Het mooie Romaanse kerkje Vera Cruz met oude fresco’s en beelden die in de processies van de Goede Week door de straten worden gedragen.  De “pasos” waar ze op komen te staan bevinden zich in het museum achter de kerk. Hier kan ik goed uitleggen hoe alles in zijn werk gaat tijdens de processies.

Eten doen we met een groot deel van de groep in de Bodega van Pedro. Specialiteiten van de streek: ochio (broodje gebakken met olijfolie en paprikapoeder) – salade pipirrana - ham en kaas – gebakken chorizo – lomo met champignons en voor de liefhebbers sangría.

Dus is het daarna tijdens de rit naar Granada redelijk rustig in de bus. Siestatijd!!

Ons hotel ligt midden in de stad dus morgen gaan we te voet het centrum verkennen. Morgenmiddag hebben we met een gids het bezoek aan het Ahambra!!