Polen – Baltische statenreis vertrek 19 juni 2019. (4) Kras natuurlijk
Dag 3: Malbork
De Duitse orde was een geestelijk ridderorde die is gesticht na de 3e Kruistocht (eind 12e eeuw). Doel was de kerstening van Pruisen en Lijfland. Het waren monniken maar de leiding was altijd in handen van leden van hoge adellijke (Duitse) afkomst. Hun gelofte was: heidenen op militaire wijze bekeren en de veroverde gebieden op dezelfde militaire wijze beveiligen. Aan het hoofd stond een Grootmeester en er waren 3 grote gebieden waar ze heersten: Pruisen – Lijfland – het H. Roomse Rijk = Duitse Rijk. Eigenlijk was het dus landje veroveren en meteen de inwoners katholiek maken. De Poolse / Baltische Duitse notabelen zullen eeuwenlang op hoge posten blijven en de bewoners zijn lange tijd een soort lijfeigenen.
Begonnen eind 12e eeuw hadden ze in enkele tientallen jaren een groot gebied veroverd en dat werd verdedigd door een netwerk van 120 kastelen. Duitse kolonisten moesten vaak de nieuw veroverde gebieden koloniseren. Er ontstond een bloeiende handel tussen de nieuwe steden en dat was ook het ontstaan van de Hanze steden: Torun en Gdansk werden veroverd en begin 14e eeuw wordt de hoofdzetel van de orde verplaatst van Venetië naar Malbork (Mariënburg) De ridderorde wordt tenslotte ontbonden in de 16e eeuw (reformatie – protestantisme). Malbork werd dus de residentie van de grootmeester in de 14e en 15e eeuw en wij gaan het grote complex bezoeken: 21 hectare groot en het is het grootste middeleeuwse kasteel van Europa en het complex staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco sinds 1997.
Het is een dubbele rij versterkingen met 3 kastelen: de benedenburcht (esplanade) – de middenburcht met het paleis van de grootmeester en de bovenburcht (het klooster) In W.O.II is het hele complex zwaar beschadigd zoals foto’s laten zien bij het begin van de wandeling. Er is heel veel gerestaureerd en pas in 2010 was het grootste deel klaar en de Nieuwe Poort waar we naar binnen gaan is zelfs pas sinds 2013 klaar.
De benedenburcht of voorburcht is eigenlijk de Esplanade en daar hoef je gen kaartje voor te kopen. Hier staan ook bijgebouwen als het arsenaal – de wapensmederij – de klokkengieterij – de verdedigingswerken. Dan gaan we via de brug over de slotgracht naar de grote binnenplaats waar o.a het paleis van de grootmeester aan ligt met woonvertrekken – de refters (eetzalen) en de ridderzaal. Hier woonden 70 ridders en er waren gastenverblijven en ook een ziekenhuis. In diverse ruimtes zijn tentoonstellingen van allerlei verzamelingen. De Bovenburcht heeft ook een binnenplaats met een put uit de 13e eeuw. Hier woonden de monnik-soldaten: slaapvertrekken – conventzalen – de kerk – keukens etc.
We nemen onze tijd om het hele complex goed te bekijken en we hebben allemaal een koptelefoon die goed werkt: als je een zaal binnenkomt schakelt de info meteen over naar het volgende onderwerp. En tijdens het bezoek is het gelukkig droog gebleven.
Onderweg naar het hotel gaat het namelijk weer regenen maar bij aankomst in het hotel is de lucht weer opgeklaard. Hotel Chopin zit in een voorstadje van Gdansk en we gaan met bijna de hele groep eten in een restaurantje in de buurt: de kameleon. Met de vertaal-app van google kunnen we een beetje bedenken wat er op de kaart staat maar we hebben lekker gegeten.
Morgen bezoek aan Gdansk en dan op weg naar Mazurië