De Friese Elfsteden en hun speciale fonteinen uit 2018: 3 – 16 september 2020 (4)

7 september 2020 - Warns, Nederland

7 september: Sloten - Warns - Stavoren

Voor vertrek ga ik even bij de supermarkt eten kopen voor vandaag want ons doel is de jachthaven van Warns waar camperplaatsen zijn aan het water en er is geen supermarkt in de buurt. Voor we daar heen gaan brengen we eerst een bezoek aan de stad Sloten, nummer 4 op de Elfstedentocht. Voor ons een ritje van nog geen 25 kilometer en we gaan via een mooie binnendoor route en niet over de snelweg. In Sloten parkeren we aan het water, aan de rand van het centrum, bij het Sleattemer Gat. Oversteken en dan staan we op het plein waar onze 4e fontein uit de reeks staat. Het pleintje met een supermarkt(je) moest worden heringericht vanwege waterleiding – stroom etc. De fontein heeft de titel De Kievit en de makers zijn Lucy en Jorge Orta (Argentinië / UK).

emmer zijn de basis van de fonteinde kievit wordt bedreigd in Frieslandna veel discussie staat de fontein nu hier

Een meisje staat op de schouders van een man en zij houdt een kievit in de hand. De man staat op een stapel vaten / emmers en duiden op de overvloedige aanwezigheid van water in Friesland. De kievit is een typische Friese weidevogel die bedreigd wordt door de intensieve landbouw en veeteelt en door de aanwezigheid van roofvogels – vossen – kraaien. Het is van brons en 5 m hoog.

Sloten blijkt een verrassend leuk stadje, nooit eerder geweest, met rond de 700 inwoners en het ligt bij het Slotermeer. Ontstaan in de 13e eeuw bij de stins (middeleeuwse verdedigbare en bewoonbare toren en de betekenis is eigenlijk “stenen huis” later vaak onderdeel geworden van een “state” = landhuis)) van de familie Van Harinxsma thoe Sloten. Stadsrechten kwamen in de 15e eeuw en de stad lag op een kruispunt van een waterweg (Sneek – Zuiderzee) en een landweg (Stavoren – Duitsland) en ze mochten tol heffen. De ommuring van de stad is er nog steeds en ook de oude structuur van de stad in de vorm van een ui: Sloten is een “sipelstêd”! (sipel = ui) Het is de kleinste Friese stad met nog 2 waterpoorten – een korenmolen met een kanon ervoor en een paar jachthavens. Er komen veel dagjestoeristen (zoals wij) en watersporters. Bij het water staat een fabriek van Nutreco die melkvervangers maakt voor jongvee. Van oudsher is hier veel veeteelt. We slenteren door de straatjes - bewonderen de panden en de winkeltjes – kopen een heerlijk brood in een aller schattigst klein bakkerswinkeltje en gaan dan richting Warns.

prachtig stadje: de Dubbestraatmet grachteneven een lekker brood kopen bij de lokale bakker

Bij de jachthaven zijn we de eerste nieuwkomer van die dag en we hebben een plekje vooraan op het veld met een mooi grasveld ernaast en prachtig uitzicht op het Johan Frisokanaal en de ophaalbrug. Het is er de hele dag een komen en gaan van grote en kleine boten.

Warns is een lang lintdorp en bestaat uit 3 kernen: Kerkburen – Noorderburen – Zuiderburen) en alleen Kerkburen had vroeger een kerk. 800 inwoners en op slechts 5 km van Stavoren met 6 jachthavens en er is jachtbouw. Vroeger een dorp van zeelui en agrariërs en in de 18e eeuw kwamen er kapiteinswoningen van zeevarenden naar Noorwegen en de Oostzee.

jachthaven Warns, we hebben weer een mooi plekje aan het wateraan het Johan Friso kanaal en bij de bruggrote zeilschepen komen langs

Na de lunch stappen we op de fiets voor een kort ritje naar Stavoren, aan de Warnservaart (onderdeel Johan Frisokanaal en het IJsselmeer. Tot 1979 was de naam Staveren maar Stavoren was bekender bij de mensen en dat werd het dus. De naam komt niet van de mythische god Stavo maar is de 3e naamval meervoud van Stav = bij de palen) meerpalen / haven). Het was hier al bewoond in de 3e eeuw v. Chr. maar de 1e vermelding is in de11e eeuw: Stavron = nederzetting bij palen. Stadsrechten sinds de 11e eeuw en het was een handelsstad: grootschippers en kooplieden met landen rond de Oostzee. Eind 13e eeuw wordt de stad lid van de Hanze: graan uit de Oostzeelanden werd gehaald voor o.a. Amsterdam. Hier kwam op het einde van de Middeleeuwen verval in en de haven verzandde en dit werd het einde van de graanhandel. Het is ook de haven van de “bruine” vloot = boten met bruine “getaande” zeilen.

de fontein: de vis. Vanwege het belang van de visvangst voor de stadvan de New Yorker Mark Dion

Bij de haven waar de veerboot naar Enkhuizen staat de 5e fontein: De Vis van Stavoren van de New Yorker Mark Dion. Hij liet zich inspireren door het schilderij van Pieter Breughel de Oude: hoe grote vissen de kleine vissen opeten en door de legende van het  Vouwtje van Stavoren. De vis is kolossaal: 6 m breed – 3,26 m hoog en 8,40 m lang en het is van kunsthars en staal.  De grote kop slokt min of meer de bezoekers op en je mag er zelfs in. Als je je hier staat te verbazen over de grote fontein valt het beeld van het Vrouwtje van Stavoren bijna niet op. Het staat een beetje verscholen aan een havenhoofd waar nu allemaal terrasjes zijn.

Het Vrouwtje van Stavoreninfo over het tanen van de vissersnetten

Het verhaal is een legende uit de 19e eeuw en een beetje verbonden met de geschiedenis van de stad. Zij was een rijke koopmansweduwe en woonde in een huis met gouden vloeren en zilveren muren en ze had meer schepen als iedereen samen. Ze werd steeds rijker maar ook steeds meer ontevreden. Ze stuurt een schipper op weg om voor haar het meest kostbare te zoeken wat er is. Hij komt terug met een lading graan uit Danzig (Gdansk) maar zij vindt het niet goed genoeg. Ze vraagt hem aan welke kant het graan aan boord kwam: stuurboord – en ze gooit het graan er van bakboord af, in het water. Een voorbijganger voorspelt haar armoede en dan zou graan voor haar als goud zijn. Dan gooit ze haar gouden ring er achteraan en zegt: die zie ik nooit meer terug en arm word ik niet!!!! Later komt een dienaar terug met een vis die een gouden ring in zijn maag heeft en dan keert haar lot en wordt ze arm! Hoogmoed komt voor de val.

Bij Stavoren ligt een zandplaat met de naam Vrouwenzand (daar zou de ring zijn gegooid) en daar groeiteen graanachtig gewas zonder graankorrels. Maar de vroegere naam was O.L.V maria en zij was de patrones van een 9e eeuws klooster St. Odulphus (nu verdwenen)

Wij fietsen over de dijk met uitzicht over het IJsselmeer – door de leuke straatjes met de grachten – bestuderen de info-borden over de vroegere visserij en bijbehorende zaken en nemen een kijkje bij de sluis naar het IJsselmeer. Aan de andere kant van het kanaal gaan we terug naar de camper. Morgen op de fiets naar Hindeloopen!

Foto’s